Home
Natuurdagboek 2010
Natuurdagboek 2011
Januari 2011
Februari 2011
Maart 2011
April 2011
Mei 2011
Juni 2011
Juli 2011
Augustus 2011
September 2011
Oktober 2011
November 2011
December 2011
Natuurdagboek 2012
Natuurdagboek 2013
Natuurdagboek 2014
Natuurdagboek 2015
Kattendagboek 2010
Kattendagboek 2011
Kattendagboek 2012
Kattendagboek 2013
Gesloten dagboek Max
Gastenboek
Contactformulier
Disclaimer

 

2 juli 2011

Vanmiddag is Rob weer naar Bergerden geweest. Zoals meestal, kwam hij ook vandaag met een paar leuke foto’s terug. 

   

Blauwe reiger.

 

Aalscholver.

 

 Bij thuiskomst ontdekte hij pas dat dit een oeverzwaluw is.
 Die hadden we nog niet.

 

 

 

 

 
 

De lepelaar was gelukkig ook weer van de partij en liet zich mooi op de foto zetten.

   


 


 


 

 

 Tot slot nog een blauwe reiger.
 Net een oud chagrijnig mannetje.

 

 

 

 

 

 

 

  

We boffen toch wel met een gebied als Bergerden zo dicht bij huis. Eigenlijk is daar altijd wel wat te zien.
 

 

3 juli 2011

Vandaag zijn we niet weg geweest. Maar om iets moois te zien, hoef je niet altijd de deur uit. Het is weer de tijd van de jonge mussen. Je ziet ze dan ook regelmatig in de boom voor ons huiskamerraam zitten. 

   


 


 

   


 


 

   

Ze zijn zo schattig.

 

Paps en mams merel zorgen ook goed voor hun kleintjes.

 

9 juli 2011

Vandaag zijn we weer eens samen naar Bergerden geweest. En we hebben een hoop gezien. Als eerste een eenzame lepelaar, die helaas direct op de wieken ging. 

   


 


Er zaten weer vreselijk veel witte kwikstaarten, waarvan velen met jongen. 

   

Ouder

 

en kind.

 

  Ook hebben we de putters weer gezien.

 

 

 

 

 

 

 
Je ziet er steeds meer konijntjes rondhuppelen. 

   


 


 

  Natuurlijk mag de scholekster niet ontbreken.

 

 

 

 

 

 


Een boerenzwaluwtje kwam gezellig naast ons op een draadje zitten. 

   


 


 


 

  Een klein stukje verderop zat een lijster mooi te poseren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

   

De jonge futen zijn al niet meer zo klein.

 


 

  In tegenstelling tot deze kleine kuifeendjes.

 

 

 

 

 

 

 

Ja hoor, weer een konijntje.

 

  De jonge knobbelzwanen groeien ook als kool.

 

 

 

 

 

 


Een eind verderop hadden we meer geluk met de lepelaars. Er zaten er zeven in totaal. 

   


 


Thuis horen we iedere dag een groenling met zijn typische zeurderige geluid. Helaas krijgen we hem nooit te zien. Vanmiddag is dat in Bergerden wel gelukt. 

   


 


 


Tot slot een serie van een kneutje. Het zijn er een beetje veel, maar ik kon geen keuze maken. Ik vind ze allemaal mooi. 

   


 


 

   


 


 

   


 


 

 

  De eerste foto’s zijn allemaal van het mannetje.
  Dit is zijn vrouwtje.

 

 

 

 

 

 

 

  

Een heerlijk bezoekje dus weer, waarbij we veel hebben gezien.

 

10 juli 2011

Vandaag zijn we weer op onze scooter gestapt en zijn gewoon maar gaan rijden.
Eerlijk gezegd weet ik niet eens waar we precies geweest zijn. Het is maar goed dat Rob altijd wel weet waar hij is, anders waren we nooit meer thuis gekomen.

 

 Onderweg kwamen we dit nogal gerafelde bont zandoogje tegen.

 

 

 

 

 

 


Bij het Looveer, aan de overkant van de Rijn bij Huissen, zag ik ineens een steenuiltje op een paaltje zitten. We weten al een lange tijd dat er een steenuilenkast in een knotwilg staat. Maar dit uiltje zat een eind verderop aan de andere kant van de weg. 

   


 

Kijk maar niet zo boos, we doen niets hoor.

Bij de steenuilenkast hadden we ook geluk. In de knotwilg ernaast zat ook een steenuiltje. 

   


 


Terwijl we naar (de achterkant van) dit uiltje stonden te kijken, heb ik me een ongeluk gelachen om de schaapjes voor ons. Er kreeg er namelijk ineens één de kolder in de kop en die begon te rennen. Binnen een mum van tijd liepen alle schapen achter haar aan te rennen. Nou vind ik een rennend schaap sowieso al lachwekkend, maar hier liep ook een klein geitje tussen. Waarschijnlijk dacht het kleintje dat zij ook een schaapje was. 

   


 


Op de parallelweg bij de Ir. Molsweg in Huissen hebben we een tijdje van de dartelende jonge boerenzwaluwtjes staan genieten. Het is altijd een lust voor het oog om te zien hoe die beestjes de mooiste kunstjes uithalen. Het zijn net clowntjes.
Gelukkig waren er ook een paar wat rustiger. Die lieten zich mooi op het prikkeldraad fotograferen. 

   


 


 

   


 


 

 

 Tot slot nog een foto van een blauwe reiger.
  Persoonlijk vind ik deze wel erg mooi.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15 juli 2011

Voor het eerst sinds lange tijd zijn we weer eens naar het Nationaal Park De Hoge Veluwe gereden. We zijn de afgelopen maanden zo bezig geweest met vogels, dat onze vrienden in het park er helemaal bij ingeschoten zijn. Foei toch!
Op weg naar het park kwamen we de Schotse Hooglanders tegen, die deze keer wel erg dicht bij het hek liepen. Dus maar gestopt om een paar foto’s te maken.

   


 


 

 Mams met kind.

 

 

 

 

 

 


Eenmaal in het park kwamen we al snel een torenvalkje tegen, die op een paaltje zat. Helaas zat ze een beetje ver weg. 

   


 


Toen we net weer verder reden, werd onze aandacht door een paar vlinders getrokken. Dus maar weer gestopt om te kijken wat er allemaal op het Jacobskruiskruid zat. Van dichtbij gezien was dat heel wat.

 

 Om te beginnen een kleine vuurvlinder.

 

 

 

 

 

  

 

   

Het zat vol met rupsen van de Jacobsvlinder.

 

Bont dikkopje.

Deze vlinder hadden we nog nooit gezien: een metaalvlinder. 

   


 


Er zaten ook veel soorten vliegen en andere insecten. Zoals deze sluipwesp, de zogenaamde grote rupsendoder.

   


 


Toch zijn we uiteindelijk maar doorgereden. We wilden natuurlijk ook graag de herten weer zien. Eerst maar bij het Bosje van Staf kijken. De mannen hebben nu weer hun nieuwe geweien, die ze al aan het vegen zijn. De kans was dus groot dat ze hier te vinden waren. Helaas, er was geen hert te zien. Ook geen moeflons en ook geen reetjes. Het was compleet uitgestorven. Jammer!
Dan maar bij de Wildbaan gaan kijken. Ook daar vingen we bij de eerste observatieplaats bot. Bij de tweede observatieplaats hadden we meer geluk. Er liepen een stel hinden met twee jonge mannetjes. Hoera! De groep bestond uit 17 stuks in totaal. Het ene mannetje had twee stompjes als gewei en de andere twee gevorkte takken. Beiden nog erg jong dus. 

   


 


 

   


 


Er liep ook een jong kalfje bij met de typerende witte stippen.
Na een hele tijd genieten zijn we toch verder gegaan. Op zoek naar de grote mannen. Eerst nog even langs het bezoekerscentrum om een foto op onze toegangskaarten te laten maken. Tja, als je daar dan toch bent, kan je natuurlijk het winkeltje niet zomaar overslaan. Terwijl ik me in het winkeltje vermaak, loopt Rob nog even naar de plas erachter. Ook daar kwam hij natuurlijk weer een mooie vlinder tegen. Deze keer op een braamstruik.

   

Groot dikkopje.

 


 

 

 In de plas zwom wat leuks rond: een dodaars.
 De stakker was wel helemaal alleen.

 

 

 

 

 
De tocht ging weer verder. Nog steeds op zoek naar de mannen, zijn we naar het Zwarte Veld gereden. Nou moe, ook al leeg. Het gras was er pas gemaaid, dus misschien dat de heren zich daar teveel bekeken zouden voelen? Geen idee, maar het feit is dat we dus geen mannen hebben gezien. Heel jammer, maar het is niet anders. Het zijn (gelukkig) wilde dieren die lekker doen waar zij zin in hebben. En niet wat het publiek graag zou willen.
Dan maar een rondje in het bos doen, in de hoop een reetje tegen te komen. Ook dat mocht niet zo zijn. Ach, zonder reetjes is het er ook mooi hoor.
Op weg naar huis hebben we nog even bij de dames gekeken, die zich inmiddels iets verder hadden teruggetrokken. Wel kwam er een roodborsttapuitje mooi op een paaltje, en later op een struikje, zitten. 

   


 


Voor we definitief naar huis zouden gaan, hebben we nog snel even een kijkje bij het Bosje van Staf genomen. Nee, er was echt niets te zien.
Nu dus echt naar huis. Of…

 

  Vlak voor de uitgang werden we toch nog verrast door een
  reebokje.

 

 

 

 

 


Het was weer een heerlijke middag. Dat moeten we snel weer eens overdoen.

 

 

17 juli 2011

Het weer was vandaag niet echt goed te noemen. Regelmatig viel er een buitje maar gelukkig liet het zonnetje zich af en toe toch nog even zien. Aan het einde van de middag hebben we de gok genomen dat het even droog zou blijven en zijn snel naar Bergerden gereden. Als de regen dan de overhand neemt, ben je zo weer thuis.
Al vrij snel zag ik wat in een weiland zitten. Ik dacht in eerste instantie aan patrijzen. Maar toen we een eindje terug reden zagen we nog net dat het moeder fazant met haar kroost was. Binnen een mum van tijd had de hele familie zich verstopt.

 

  Het lukte nog net om één jong op de foto te zetten.

 

 

 

 

 

 

Natuurlijk kwamen we ook weer regelmatig konijnen tegen. Een enkele blijft rustig zitten tot je een foto hebt genomen. Heel vriendelijk. 

Ik kan het niet helpen, ik ben nu eenmaal gek op konijnen.

De lepelaars waren vandaag nergens te vinden. Die zullen wel ergens anders een plasje bezocht hebben. De familie knobbelzwaan zat nog wel op dezelfde plaats. Eén van de ouders deed zelfs erg zijn best om er op zijn mooist uit te zien. 

   


 


 

 

  Deze meerkoet had haast om weg te komen.
  Mooi zijn voetstappen in het water achter latend.

 

 

 

 

  

Rob had laatst de zwaluwen gefotografeerd. Bij thuiskomst zag hij dat er een oeverzwaluw op de foto stond. Vandaag hebben we daar dus eens extra goed op gelet. Bij hetzelfde plasje als de vorige keer, vlogen nu ook weer talloze zwaluwen rond. Het bleken dus allemaal oeverzwaluwen te zijn. Het broedseizoen is waarschijnlijk nu voorbij voor deze vogeltjes, want we hebben geen holen kunnen vinden. 

   


 


 


Waar ik altijd zo van geniet zijn de kieviten. Als ze in de zon zitten hebben ze prachtige kleuren en hun geluidjes zijn zo vreselijk leuk. Daar kan ik uren naar luisteren. 

   


 


 

  Natuurlijk zat het weer vol met witte kwikstaarten.

 

 

 

 

 

 
 

Het is alleen vreemd dat we er nooit meer gele kwikstaarten zien. De laatste keer was zo’n twee maanden geleden.
Het werd tijd om naar huis te gaan. De regen begon het te winnen van de zon. Ineens zagen we een groep spreeuwen in een struik zitten. Toen we ze door de verrekijker beter bekeken, zagen we dat er veel jonge vogels tussen zaten. Eén van de jongen was zo vriendelijk om vlak bij ons op een paaltje te gaan zitten. 

Zo mooi hebben we nog nooit een jonge spreeuw gezien.

Helaas maakte de regen een einde aan ons ritje. Het was kort, maar we hebben toch weer flink wat gezien.

 

 

30 juli 2011

Vanmiddag zijn we weer eens naar de Ooijpolder gereden. De festiviteiten van de Nijmeegse 4daagse zijn weer achter de rug, dus de rust is weergekeerd.
We zijn eerst maar weer buitenom gereden. Bij de boerderijen is het een drukte van belang met alle rondvliegende boerenzwaluwtjes. Dat levert altijd een leuk spektakel op om naar te kijken.

 

  Een enkeling zat even lekker op het dak van de stal uit te rusten.
 

 

 

 

 

 

 

Rob ontdekte in een kar met oude pijpen die in een weiland stond, een steenuiltje. Helaas was het beestje erg schuw. Zodra we iets dichterbij kwamen, verstopte hij zich tussen de pijpen. Het enige wat we toen nog zagen waren twee oogjes die ons nauwlettend in de gaten hielden. Om het beestje niet nog banger te maken zijn we maar snel weggegaan.

 

  Bij een volgende boerderij werden we verrast door een jong
  torenvalkje dat prinsheerlijk boven op het dak zat.

 

 

 

 

 


Toen we een eindje verder reden zagen we ineens een bekend silhouetje op een schoorsteen zitten. Ja hoor, weer een steenuiltje! 

   


 


 

  Het kleine ding zat ons nieuwsgierig aan te kijken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Op de punt van de dakrand zat een merel mooi te zijn.

 

 

 

 

 

 


Omdat we toch graag het eerste steenuiltje wilden zien, zijn we maar omgedraaid. Van die kant af konden we grotendeels achter wat struiken blijven, zodat hij ons niet zo snel in de gaten had. Zo is het toch gelukt om ook dit kleintje op de foto te krijgen. 

   


 


 


Het werd hoog tijd om op de Ooijse Bandijk te gaan kijken. Omdat het weer niet echt geweldig was, was het redelijk rustig. Helaas was het ook op het gebied van vogels erg rustig. Er was weinig te beleven in de plassen.
Halverwege kregen we plotseling een prachtige vliegshow van een ooievaar. Hij bleef schitterend laag over ons heen zweven. Het bleek één van de vijf jongen te zijn die we de laatste keer nog netjes op het nest zagen zitten. Het was een genot om naar te kijken. 

   


 


 

   


 


Als we hier rondrijden zien we vaak een torenvalkje op dezelfde plaats zitten. De laatste keren misten we hem. Gelukkig was hij vandaag weer gewoon thuis.

 

  Hij zat weer op zijn “vertrouwde” lantarenpaal.

 

 

 

 

 

 


We ontdekten dat het toch niet helemaal leeg was in de plassen. Er liep een grote groep lepelaars te lepelen. We hebben er toch een stuk of zesentwintig geteld. 

   


 


Wij vinden het altijd een prachtig gezicht om zo’n grote groep te zien.
Bij het ooievaarsnest zagen we de overige vier jongen. Drie jongen zaten op het nest en de vierde liep beneden op de grond rond te scharrelen. Paps en mams hebben we niet gezien. Die waren zeker even boodschappen doen.
Al met al zijn we toch weer niet voor niets geweest. De aanwezigheid van de uiltjes maakten het gemis aan watervogels dubbel en dwars goed.